Geboortes, nieuw leven! Afgelopen weekend zat ik er weer middenin. Een veel gestelde vraag ‘moet je daarbij helpen of gaat het allemaal vanzelf?’ ‘Moeten jullie erbij blijven?’ Ja, het gaat over het algemeen vanzelf, maar als de biggetjes eruit gerold zijn, dan begint voor ons de verzorging. Het is dan niet alleen overdag, maar ook in de avond en nacht een oogje in het zeil houden.
Het geboorteproces, het werpen zoals wij dat noemen in vaktaal, gaat over het algemeen vanzelf. Als de zeug goed gezond is, floepen de biggen er in een mooi tempo uit. Soms krijgt een zeug elf biggetjes, soms twintig, maar over het algemeen rond de zestien. Wist je dat er soms wel 500 gram verschil zitten tussen biggetjes die geboren worden? Ik zeg altijd het zijn geen koekjes die gebakken worden. Niet alle biggetjes zijn even groot en sterk wanneer ze geboren worden. En dan zijn we er voor hen.
Warmte
Lekker nat komt het biggetje uit de zeug gerold. Het damp komt eraf, want in de buik was het 37 graden maar in het hok ongeveer 20 graden. Het is belangrijk dat de biggetjes direct na de geboorte melk gaan drinken wij de zeug. Dit is de eerste melk en noemen we biest, melk met extra veel antistoffen om te zorgen voor een goede weerstand. Maar die melk zorgt ook voor warmte en energie. Daarnaast zorgt de melk voor warmte en energie. Bij de geboorte heeft een biggetje niet veel energie, net genoeg om bij het uier te komen en te gaan drinken. Er zijn allerlei hobbels voor zo’n biggetje voordat die speen bereikt is en daadwerkelijk drinkt.
Op zoek naar de speen
Maar op weg naar de speen raakt het biggetje de weg weleens kwijt. Op een biologische varkenshouderij is het hok vrij groot. Het biggetje kan de weg kwijt raken. Wat er kan gebeuren is dat een biggetje achterin het hok belandt. Met name in de herfst en winter is het daar relatief koud en kan het biggetje snel onderkoeld raken. Warmte van een lamp en stro helpt hen. Eerst opwarmen. Een half uurtje later kom ik terug en neem ik het biggetje mee naar het uier van de zeug. Nu heeft het biggetje de kracht om te gaan zuigen aan de speen.
Concurrentie
Wist je dat niet alle zeugen evenveel spenen hebben en dat de grootte van de spenen ook enorm verschilt? Die grootte van de spenen zorgt ervoor dat kleine biggetjes soms moeilijk een speen kunnen pakken met hun kleine bekje. Of wat als je net te klein bent en weinig energie hebt om bij de speen te komen hoog aan de buik? En dan heb je ook nog al die broertjes en zusjes die soms groter en sterker zijn dan jij en ook graag die speen willen! Dan is de boerin er voor je. Tijdens het geboorteproces houd ik een oogje in het zeil om vooral de zwaksten en de kleinsten een duwtje in de rug te geven, de juiste richting op te wijzen. En hebben ze eenmaal dat bekje om de speen en zie ik dat het biggetje mooi zuigt? Dan weet ik, dit biggetje heeft de weg weer gevonden. Het zit goed, het komt goed!